De rangorde van schuldeisers in een faillissement

In een faillissement werkt de rangorde tussen schuldeisers net even iets anders dan bij de verdeling van een executieopbrengst onder meerdere beslagleggers buiten faillissement. Een faillissement is een algemeen beslag op de goederen van een schuldenaar namens alle schuldeisers en de curator heeft de taak om te executeren en de opbrengst te verdelen met inachtneming van de wettelijke rangorde die tussen schuldeisers geldt. Om aanspraak te maken op een uitkering hoeft een schuldeiser alleen maar de vordering in te dienen bij de curator en eventuele preferentie te claimen.

 

Rangorde schuldeisers bij faillissement

Net als bij beslaglegging geldt dat schuldeisers verschillende rangen kunnen hebben in een faillissement. In een faillissement worden vier categorieën vorderingen onderscheiden: boedelschuldvorderingen, preferente vorderingen, concurrente vorderingen en niet-verifieerbare vorderingen. Waar gesproken wordt over bijvoorbeeld een preferente schuldeiser is van belang dat niet de schuldeiser, maar de vordering preferent is. Het kan bijvoorbeeld zijn dat een deel van de vordering preferent is en een deel concurrent.

 

Wanneer is een vordering concurrent?

Een vordering is concurrent voor zover deze niet preferent is of niet een boedelvordering betreft én voortvloeit uit een rechtsverhouding die voorafgaand aan het faillissement al bestond. Denk daarbij aan een contract dat vóor faillissement al bestond, maar door faillissement niet kan worden nagekomen waardoor een concurrente vordering tot schadevergoeding wegens wanprestatie ontstaat.

 

Wanneer is een vordering preferent?

Een vordering is preferent als er een wettelijk recht van voorrang op rust. De wet kent daarin vijf vormen van voorrang, te weten een retentierecht, pandrecht, hypotheekrecht, algemeen voorrecht en een bijzonder voorrecht. Retentierecht gaat voor pandrecht en hypotheekrecht, die op hun beurt – behoudens wat specifieke uitzonderingen – weer in rang gaan boven een bijzonder voorrecht op een goed. Al deze rechten rusten op een specifiek goed van de failliet en zien enkel op de opbrengst van dat goed. Een algemeen voorrecht ziet op alle goederen in een faillissement en komt in rang na het bijzondere voorrecht.

 

Welke bijzondere voorrechten zijn er?

De wet benoemt enkele bijzondere voorrechten, waaronder bijvoorbeeld:

  • De vordering tot schadevergoeding is bevoorrecht op de schadeverzekeringsuitkering;
  • De kleine aannemer of ZZP’er is bevoorrecht op de zaak die hij voor een schuldenaar heeft bearbeid.
  • Iemand die kosten heeft gemaakt om een zaak te behouden, heeft een bijzonder voorrecht op die zaak om die kosten te verhalen.

 

Welke algemene voorrechten zijn er?

De meest bekende voorbeelden van voorrecht op alle goederen van de failliet zijn:

  • De belastingdienst;
  • Een werknemer ten aanzien van aanspraken uit zijn arbeidsovereenkomst jonger dan een jaar;
  • Kosten van lijkbezorging;
  • Kosten van een faillissementsaanvraag

 

Hoe werkt een pandrecht of hypotheekrecht?

Inherent aan een pandrecht of hypotheekrecht is dat executie daarvan buiten de curator om kan lopen. Een eventueel overschot wordt door de executerende pand- of hypotheekhouder afgedragen aan de curator ter verdeling onder de lager gerangschikte schuldeisers. Met een eventueel hoger gerangschikte preferente schuldeiser moet wel rekening worden gehouden. Hetgeen aan hen toekomt dient aan de curator te worden afgedragen en op die opbrengst krijgt de hoger gerangschikte schuldeiser dan een bijzonder voorrecht. Een pand- of hypotheekhouder hoeft dus het faillissement niet af te wachten.

 

Wat is een retentierecht en hoe werkt het recht van retentie?

Een retentierecht is het recht om de afgifte van een zaak op te schorten totdat jouw vordering voldaan is. Als je dit recht wilt inroepen moet je het goed dus wel onder je hebben. Een garagebedrijf dat een reparatie aan een auto heeft gedaan kan dus weigeren de auto af te geven totdat de reparatienota is voldaan. Een retentierecht kan ook tegen bijvoorbeeld een pandhouder worden ingeroepen als genoemde auto bijvoorbeeld verpand is. Buiten faillissement is dit dus een heel sterk recht dat nagenoeg tegen iedereen kan worden ingeroepen.

 

Het retentierecht in faillissement?

In een faillissement is een retentierecht iets minder sterk omdat de curator het goed waar het retentierecht rust kan opeisen en kan verkopen. De schuldeiser met retentierecht moet dit dulden, maar kan eventueel de curator een termijn stellen om aan te geven of hij wil opeisen of niet. Antwoord de curator niet tijdig of besluit hij niet op te eisen, dan kan de schuldeiser het goed executeren en zich uit de opbrengst verhalen tot maximaal de hoogte van zijn vordering. Eist de curator op, dan verwordt het retentierecht tot een soort bijzonder voorrecht op de opbrengst die de curator realiseert bij de executie van dat goed. Bij uitzondering is dat bijzondere voorrecht dan bijvoorbeeld wel hoger dan iemand die ook een pandrecht had op dat goed.

 

Wat zijn boedelschulden?

De allerhoogste preferentie in een faillissement hebben de boedelschulden. Boedelschulden zijn schulden die na faillissement ontstaan. Het kan zijn dat deze door de wet zo worden bestempeld, zoals bijvoorbeeld het salaris van de curator, loon of huur na faillissement. Maar het kan ook zijn dat zij ontstaan doordat de curator die schuld in zijn hoedanigheid is aangegaan. Denk aan het inschakelen van een makelaar of taxateur. Ook is een boedelschuld een schuld die het gevolg zijn van het handelen van de curator in strijd met een door hem in zijn hoedanigheid na te leven verbintenis of verplichting. Te denken valt dan bijvoorbeeld ook aan een schade die een curator door zijn handelen toebrengt.

 

Wat zijn niet-verifieerbare vorderingen?

Niet-verifieerbare vorderingen die in faillissement tussen wal en schip vallen. Zij zijn noch boedelvordering, noch preferent of concurrent. Denk aan de maandelijkse VVE-bijdrage of onroerend zaak belasting die na faillissement verschuldigd wordt. Deze vallen niet onder de categorie boedelvorderingen/boedelschulden en hebben in een faillissement dus geen status. Zij ontstaan enkel door de eigendom van een appartementsrecht of onroerende zaak zoals ook motorrijtuigenbelasting enkel voortvloeit uit het kentekenhouderschap. Dit heeft niets met handelen van de curator van doen. Dit soort vorderingen worden dus niet meegenomen bij de uitdeling.

 

Hoe wordt de rangorde van schuldeisers of vorderingen bepaald in een faillissement?

Dat doet de curator in eerste instantie op grond van de wet. Schuldeisers moeten hun vorderingen bij de curator indienen en aanspraak maken op eventuele voorrang. Op een te houden ‘verificatievergadering’ worden alle schulden en daaraan verbonden preferentie vastgesteld. Die preferentie kan op die verificatievergadering door iedereen betwist worden, in welk geval de rechtbank zich over die preferentie zal buigen in een speciaal te houden procedure (‘renvooiprocedure’). Na vaststelling maakt de curator een uitdelingslijst met daarin ook de door hem beoogde rangorde. Schuldeisers kunnen zich daar eventueel tegen verzetten in een verzetprocedure bij de rechtbank.

 

Juridisch advies van advocaat faillissementsrecht over rangorde bij uitdeling in faillissement?

Bij uitdelingen in faillissementen gaan onopvallend toch wel vaak zaken mis. Wilt u juridisch advies over de rangorde tussen schuldeisers, voorrecht, pandrecht, hypotheekrecht, retentierecht of uw eventuele positie als boedelschuldeiser? Een advocaat van onze sectie insolventierecht heeft ook ervaring als curator in faillissementen bij de rechtbank Breda en kan u bij uitstek de juridische hulp bieden die u nodig heeft. En is het in de minne niet te regelen, dan verleent een faillissementsadvocaat u juridische bijstand in een procedure om uw positie als schuldeiser in een faillissement af te dwingen.

 

Ook interessant

  • RST bedrijfsscan
  • RST abonnement

 

Postbus 1019, 4801 BA Breda
Fatimastraat 5, 4834 XT Breda
T +31 (0)76 522 05 11
F +31 (0)76 522 09 55
E rst@rst.nl
KvK 20123209

 

Locatie Breda




Locatie Amsterdam


KvK 20123209
Postbus 1019
4801 BA Breda
Fatimastraat 5
4834 XT Breda

Olympisch Stadion 24-28
1076 DE Amsterdam

E rst@rst.nl
T +31 (0)76 522 05 11




T +31 (0)20 854 60 17

Pin It on Pinterest

Share This