Soms bestaat een nalatenschap uit aandelen in een besloten vennootschap, bijvoorbeeld een holding. De erfgenamen zijn dan gezamenlijk aandeelhouder.
Het kan onwenselijk zijn om die situatie lang te laten voortduren. Onenigheid tussen de erfgenamen op niveau van de holding kan ertoe leiden dat besluitvorming wordt gefrustreerd, waardoor ook de dochtervennootschap, veelal werkmaatschappij, de nadelige gevolgen daarvan ondervindt.
Uitgangspunt is dat niemand tegen zijn wil gedwongen kan worden in een onverdeeldheid te blijven. Dat geldt ook voor onverdeeldheid bij aandelen in een nalatenschap. De rechter kan als de bevoegdheid om te verdelen niet tijdelijk is uitgesloten of de belangen van de partij die verdeling wenst tegen te houden niet aanmerkelijk groter zijn dan de belangen die met de verdeling worden gediend, ook in kort geding de wijze van verdeling bepalen.
Het bepalen van de wijze van verdeling wordt gezien als een voorlopig oordeel dat ook in kort geding mogelijk is. Recentelijk heeft de voorzieningenrechter in Den Haag in een dergelijke situatie in kort geding om een impasse te doorbreken een gebod gegeven tot verdeling van aandelen/het splitsten van de aandelen.
Met een kort geding kan een impasse op aandeelhoudersniveau worden doorbroken ook als erfgenamen gezamenlijk de aandeelhouder zijn.
Is een besloten vennootschap onbestuurbaar vanwege een overlijden van de aandeelhouder? Neem dan contact met ons op. Wij helpen u graag verder met het onderzoeken van de mogelijkheden.