Net als je eindelijk weer goed op weg denkt te zijn met het opstarten van schuldhulpverlening, volgt een dreigende uithuiszetting. Andere voorbeelden van tegenslagen tijdens een schuldhulpverlenings-traject zijn de schuldeiser die een goed onderbouwd betalingsvoorstel weigert, de dreiging van afsluiting van gas, water en licht of de opzegging van de zorgverzekering. Om te voorkomen dat zo’n situatie het hele schuldhulpverleningstraject aan het wankelen brengt, bestaan er enkele handige WSNP-instrumenten.

 

Dwangmiddelen

De handige WSNP-instrumenten worden in dit artikel kort toegelicht, omdat vaak blijkt dat er nog veel onbekendheid mee is. We beginnen met de meest bekende, het dwangakkoord. Daarna komen het moratorium en de voorlopige voorziening aan bod. Al deze voorzieningen, ook wel ‘dwangmiddelen’ genoemd, moeten bij de rechter worden aangevraagd met een verzoekschrift.

 

Dwangakkoord

Als één of meer schuldeisers weigeren mee te werken aan een aangeboden schuldregeling, dan kan bij de rechtbank een verzoekschrift ingediend worden voor het uitspreken van een dwangakkoord. Je vraagt de rechtbank dan om de weigerachtige schuldeiser(s) te bevelen alsnog  in te stemmen met de schuldregeling (grondslag: artikel 287a lid 1 Faillissementswet).

De toewijzing van een dwangakkoord voorkomt dat mensen in een wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) terecht komen, terwijl die in het minnelijk traject op eigen kracht met hun schuldeisers een regeling hadden kunnen treffen. Voor het slagen van een verzoek dwangakkoord is niet vereist dat het verplicht bij te voegen WSNP-verzoek kans van slagen heeft. Punten waar de rechter wel naar kijkt:

  • Is het voorstel volledig & goed gedocumenteerd en voldoende onderbouwd?
  • Is het schuldregelingsvoorstel te beschouwen als het maximaal haalbare?
  • Zou er in de WSNP minder overblijven voor de schuldeisers?
  • Omvat het schuldregelingsvoorstel genoeg waarborgen?
  • Is het beginsel van gelijkheid van crediteuren gewaarborgd (paritas creditorum)?
  • Worden de andere schuldeisers benadeeld door de weigerachtige schuldeiser(s)?
Moratorium

Het stabiliseren en in kaart brengen van schulden en vervolgens het doen van een aanbod aan schuldeisers kan soms maanden in beslag nemen. Mocht je tijdens deze periode in een bedreigende situatie terechtkomen, dan kan dit het voorstel voor een schuldregeling frustreren of zelfs onmogelijk maken. Om dit te voorkomen is het moratorium, ook wel afkoelingsperiode, in het leven geroepen (grondslag: artikel 287b lid 1 Faillissementswet). Het biedt een tijdelijke adempauze die je in staat moet stellen het minnelijk traject voort te zetten om met de schuldeisers een regeling ten aanzien van de schulden te bereiken of af te ronden.

Adempauze van maximaal 6 maanden
Als een rechter een moratorium uitspreekt, dan mag een schuldeiser voor een bepaalde periode (maximaal 6 maanden) geen gebruik maken van de bevoegdheden die hij heeft uit hoofde van zijn openstaande vordering. In het verzoekschrift moet aangegeven worden tegen welke schuldeiser het moratorium moet werken.

Te verzoeken in 3 bedreigende situaties
Er zijn ‘slechts’ drie bedreigende situaties waarin het moratorium gegeven mag worden

  1. Een verhuurder wil gebruik maken van een vonnis dat hem het recht geeft om de woning van de schuldenaar te ontruimen
  2. De energieleverancier wil de levering van gas, elektra of water beëindigen (afsluiten)
  3. De zorgverzekeraar wil de zorgverzekering opzeggen of ontbinden
Voorlopige voorziening

Soms is er tijdens of net na de indiening van het WSNP-verzoek sprake van een spoedeisende situatie die een noodvoorziening noodzakelijk maakt, bijvoorbeeld:

  • opzegging van de huurovereenkomst;
  • een acuut dreigende ontruiming van de woning;
  • afsluiting van warmte, water, licht of elektra;
  • opzegging of ontbinding van de zorgverzekering;
  • openbare verkoop;
  • faillissement; en/of
  • gijzeling.

In die gevallen, of in andere spoedeisende situaties, kan bij de rechtbank een voorlopige voorziening worden gevraagd (grondslag: artikel 287 lid 4 Faillissementswet).

Overbrugging periode tot beslissing WSNP
De voorlopige voorziening is bedoeld om de periode tussen de indiening van het WSNP-verzoek en de beslissing daarop te overbruggen. Is er nog geen WSNP–aanvraag gedaan, dan kan geen voorlopige voorziening worden verzocht. In dat stadium kan een moratorium worden verzocht in de genoemde situaties.

 

Onze specialisten staan voor u klaar voor het indienen van de in dit artikel genoemde verzoeken bij de rechtbank! In verband met een schuldensituatie komt u meestal in aanmerking voor gesubsidieerde rechtsbijstand (op toevoegingsbasis). Deze subsidie vragen wij voor u aan. 

Dit artikel is geschreven door mr. Isabelle Kwetters.

 

Pin It on Pinterest

Share This