Bij een faillissement dient u als schuldeiser braaf uw vordering in bij de curator. In bijna alle gevallen krijgt u van de curator later te horen dat aan u geen uitkering kan worden gedaan. De kleine ondernemers en zelfstandigen worden daar vaak hard door getroffen. Maar wat veel kleine aannemers en ZZP’ers niet weten is dat zij een veel sterkere positie hebben dan zij denken. Het gaat dan om een rang in het faillissement die zelfs boven de Belastingdienst gaat en in sommige gevallen zelfs boven een pandrecht van de bank.

 

Rangorde in faillissement

Bij de afwikkeling van een faillissement geldt een wettelijke rangorde tussen de schuldeisers. Zo zijn er de pand- en hypotheekhouders die doorgaans de sterkste positie hebben. Maar ook kent de wet zogenaamde ‘voorrechten’ die daarna een sterke voorrang geven. Zo zijn er de ‘bijzondere voorrechten’ die voorrang geven op de opbrengst van een specifiek goed, en de ‘algemene voorrechten’ die voorrang geven op alle goederen van de failliet. Zo heeft bijvoorbeeld de Belastingdienst een algemeen voorrecht. Een bijzonder voorrecht is hoger in rang dan een algemeen voorrecht.

Het bijzondere voorrecht van de kleine aannemer en de ZZP’er bij bearbeiding van een zaak

De wet geeft een kleine aannemer of een ZZP’er een bijzonder voorrecht op de al dan niet onroerende zaak van een failliet die door hen persoonlijk ‘bearbeid’ is in de uitoefening van beroep of bedrijf. Denk aan de metselaar die in onder aanneming de muren van een nieuwbouw woning metselt en zich geconfronteerd ziet  met een faillissement van de hoofdaannemer waarin die nieuwbouw woning valt.

Het moet gaan om aanneming van werk, hetgeen niet alleen ziet op onroerende zaken. Iemand die belangrijke onderdelen van een machine heeft gebouwd die in een faillissement valt, heeft die machine ‘bearbeid’ en heeft een bijzonder voorrecht op die machine.

Wat is een kleine aannemer?

Het bijzondere voorecht geldt voor ZZP’ers en kleine aannemers. Onder een kleine aannemer wordt een kleine BV, VOF, CV of eenmanszaak verstaan waar de bestuurder of vennoot gebruikelijk mee werkt aan de bearbeiding. Dus bijvoorbeeld de bestuurder van Timmerbedrijf Janssen BV die mee timmert met zijn twee werknemer-timmermannen op de bouwlocatie.

Hoe werkt het bijzonder voorrecht?

Het bijzondere voorrecht komt in rang na een hypotheekrecht als het om een onroerende zaak gaat en in beginsel gaat het bijzondere voorrecht zelfs vóór het pandrecht als het gaat om een roerende zaak die de kleine aannemer of ZZP’er bearbeid heeft. Als de curator van een bouwbedrijf woningen in aanbouw aantreft in zijn faillissement, dan zal de hypotheekhouder zich daarop als eerste kunnen verhalen. Een eventueel overschot moet deze dan afdragen aan de curator. Op dat overschot mag de kleine aannemer of ZZP’er zich dan met voorrang verhalen. Daartoe dient hij zijn vordering bij de curator in te dienen en aanspraak te maken op dit voorrecht. Dat laatste gebeurt in de praktijk nooit, simpelweg omdat men er niet van op de hoogte is. Bij de afwikkeling van het faillissement zal de curator dan rekening moeten houden met dit bijzondere voorrecht. In het geval van een roerende zaak die bearbeid is zal de curator de zaak verkopen en zal hij bij de afwikkeling van het faillissement rekening moeten houden met de hoge voorrang van de kleine aannemer/ZZP’er.

Verval van het voorrecht

Het voorrecht moet binnen twee jaar worden ingeroepen. Daarna komt het te vervallen.

Juridisch advies aan de kleine aannemer of ZZP’er bij faillissement

Bent u een kleine aannemer of ZZP’er die schuldeiser is in een faillissement en heeft u mee gewerkt aan de bouw van een roerende of onroerende zaak die in het faillissement valt, neem dan gerust contact op met een advocaat van onze sectie Insolventierecht om te bezien of u aanspraak kunt maken op een voorrangspositie in het faillissement. De advocaten van deze sectie treden zelf ook op als curator in faillissementen en kunnen u van juridisch advies en juridisch bijstand voorzien.

 

Pin It on Pinterest

Share This